- Hond die geschikt is voor baasjes met ervaring
- Uitgebreide training nodig
- Gaat graag uitgebreid wandelen
- Gaat graag meer dan twee uur per dag wandelen
- Grote hond
- Een beetje kwijlen
- Moet om de dag verzorgd worden
- Blaffende en spraakzame hond
- Waakhond. Blaft en waarschuwt
- Heeft misschien wat training nodig om met andere dieren samen te wonen
Persoonlijkheid
Groenendaelers zijn aanhankelijke, toegewijde gezelschapsdieren die graag overal bij zijn. Hun natuurlijke waakinstinct slaat aan als ze het gevoel hebben dat het nodig is. Ze beschermen hun huis en gezin, dus het wordt niet aangeraden om dit waakinstinct al op jonge leeftijd te stimuleren, anders gaan ze je ook in 'normale' situaties bewaken. Vroege, grondige socialisatie is essentieel bij dit ras.
Oorsprong
Land van herkomst: België
Er zijn vier soorten Belgische herdershonden: de Groenendaeler, de Tervuerense herder, de Mechelse herder en de Laekense herder. Ze zijn vernoemd naar de Belgische regio's waar ze vandaan komen. We kennen deze hardwerkende Belgische herdershonden sinds de middeleeuwen. In de jaren 1890 heeft een professor van de Belgische school voor diergeneeskunde rasstandaarden opgesteld voor de verschillende Belgische herdershonden.
Wat opviel is dat ze redelijk vergelijkbaar waren: het belangrijkste verschil was de vacht. De groenendaeler werd ontwikkeld uit een zwarte teef van een Belgisch herdershondras, die gekruist werd met een andere zwarte herdershond. De honden uit dat nestje werden de voorouders van de groenendaeler.
Net als veel andere rassen, kunnen alle soorten Belgische herdershonden last krijgen van erfelijke oogafwijkingen en heupdysplasie (een afwijking die kan leiden tot mobiliteitsproblemen). Het is belangrijk om naar de oogtesten en heupscores te kijken voordat er wordt gefokt.
De Groenendaeler heeft meer dan twee uur per dag beweging en mentale uitdaging nodig en blinkt uit in gehoorzaamheid en behendigheid. Het is een zeer actieve hond. Kies niet voor deze hond als ze de hele dag alleen zullen zijn.
Honden van grote rassen hebben niet alleen een enorme eetlust, maar ze hebben ook voeding nodig met een andere verhouding van vitamines en mineralen vergeleken met honden van kleine rassen.
De langharige vacht van de Groenendaeler moet meerdere keren per week worden verzorgd. Hij heeft een lange, steile, weelderige bovenvacht en een zeer dichte ondervacht. Reuen hebben een langere vacht dan teven en ook de 'manen' in de hals zijn bij reuen opvallender aanwezig.
De meeste honden kunnen van nature goed opschieten met kinderen, maar het is toch belangrijk dat honden én kinderen leren hoe ze op een respectvolle manier met elkaar omgaan. Zorg ook dat er altijd een volwassene in de buurt is en laat honden en jonge kinderen altijd onder toezicht met elkaar spelen.