Echte allergieën zijn gelukkig zeer zeldzaam bij katten. Vaak is er sprake van de vaker voorkomende (en minder ernstige) voedselintoleranties. Ontdek hoe je kunt zien of een kat een allergie heeft, en wat je kunt doen om je kat weer gelukkig en gezond te maken.
Wat zijn voedselallergieën bij katten?
Voedselallergieën bij katten zijn een reactie op vaak slechts een kleine hoeveelheid van een ingrediënt in een bepaald voer, zoals rundvlees, zuivelproducten of vis. Hoewel allergieën vaak bij jonge katten worden vastgesteld, kunnen ze op elke leeftijd de kop opsteken. Het is dan ook de moeite waard om alle ongewone symptomen op elke leeftijd te laten onderzoeken.
Kattenvoeding allergieën zijn erg moeilijk te diagnosticeren, omdat er geen allergie-specifieke tests beschikbaar zijn. Ook zijn de symptomen meestal niet specifiek en kunnen de triggers inconsistent zijn.
De symptomen van voedselallergieën bij katten worden vaak verward met symptomen van andere medische aandoeningen. Het is dus belangrijk je dierenarts om advies te vragen voordat je het dieet van je kat verandert, om er zeker van te zijn dat je echt een allergie behandelt, en niet een andere aandoening.
Wat zijn de tekenen en symptomen van allergie bij katten?
Typische symptomen van voedselallergie bij katten zijn:
- Huidproblemen - jeuk en roodheid, kale plekken of schaafwonden van de huid, meestal veroorzaakt doordat de kat zich krabt.
- Terugkerende oorinfecties.
- Haarbalproblemen, door het inslikken van vacht bij het krabben en/of zich bovenmatig verzorgen.
- Maagdarmklachten zoals braken en diarree.
- Ademhalingsproblemen (hoewel dit zelden voorkomt).
Hoewel hardnekkig krabben een allergische reactie kan zijn of te wijten kan zijn aan een te enthousiaste verzorging, kan het ook veroorzaakt worden door vlooiendermatitis (een reactie op vlooienspeeksel). Probeer nooit zelf een vermoedelijke allergie te behandelen.
Zodra je dierenarts andere medische aandoeningen heeft uitgesloten, zal hij waarschijnlijk voedingsproeven aanbevelen om vast te stellen waar je kat allergisch of intolerant voor kan zijn. Deze proeven moeten zorgvuldig door de dierenarts worden gecontroleerd, om er zeker van te zijn dat je kat alle essentiële voedingsbestanddelen binnenkrijgt.
Hoe kunnen dierenartsen testen op allergie bij katten?
Als je dierenarts vermoedt dat je kat allergisch is voor kattenvoer, raadt hij waarschijnlijk een proef met een uitsluitingsdieet aan. In dit geval voer je je kat tijdelijk en mild, hypoallergeen dieet, waarbij de eiwitten in de ingrediënten zo klein zijn dat ze geen (of slechts heel zelden) een allergische reactie kunnen veroorzaken.
Het uitsluitingsdieet duurt een bepaalde periode, afhankelijk van de symptomen van je kat. Als ze bijvoorbeeld huidproblemen hebben, kunnen ze gedurende 4 tot 12 weken, soms langer, een beperkt dieet krijgen. Gastro-intestinale problemen verbeteren vaak sneller.
Zolang je kat het uitsluitingsdieet volgt, mag hij niets anders eten - en dat betekent geen hapjes of traktaties van wie dan ook in het gezin, hoe verleidelijk dat ook kan zijn! Buitenkatten kunnen tijdens de proef het beste binnen worden gehouden, want het eten van een muis helpt niet echt.
Het vergt geduld en doorzettingsvermogen om je aan het dieet te houden en af en toe kan het misgaan. Als dat het geval is, wees dan eerlijk tegen je dierenarts, want hij moet alle feiten kennen, ook als je kat weigert om het milde dieet te eten.
Na de proefperiode
Aan het einde van de proefperiode controleert de dierenarts je kat om te zien hoe het met hem gaat en hoe het nieuwe dieet is bevallen. Je dierenarts wil vooral weten of de symptomen zijn verbeterd, veranderd of hetzelfde zijn gebleven. Als er geen verbetering optreedt, is de kans groot dat je kat geen kattenvoerallergie heeft. De dierenarts gaat dan na wat er nog meer de oorzaak van kan zijn dat je huisdier zich niet goed voelt.
Als er verbetering is opgetreden, is dat goed nieuws voor jou en je kat! Je dierenarts bespreekt met je wat de volgende stap is. Afhankelijk van de specifieke problemen van je kat kan dat betekenen dat je langzaam één voor één weer eiwitten in het dieet opneemt en de reactie van je kat zorgvuldig in de gaten houdt. Als de symptomen terugkeren wanneer ze een bepaald voedsel eten, heb je misschien de boosdoener gevonden.
Het komt er dan op aan om een andere, evenwichtige voeding te vinden, op lange of korte termijn, waarin dat ingrediënt niet voorkomt.
Maar soms is het niet zo eenvoudig en kan er meer dan één soort voedsel verantwoordelijk zijn voor de allergie van je kat. Daarom is het zo belangrijk dat je de dierenarts erbij betrekt en niet zelf het speurwerk gaat doen. Het kan een lastig proces zijn, maar uiteindelijk is het de moeite waard wanneer je kat tevreden aan zijn maaltijd kan beginnen zonder zorgen over vervelende gevolgen!
Als je vermoedt dat je kat een allergie voor kattenvoer heeft, raadpleeg dan onmiddellijk je dierenarts.